Sensorische informatieverwerkingsproblemen

Wat zijn Sensorische informatieverwerkingsproblemen?
Omdat er veel verschillende zintuigen zijn, die bij iedereen anders werken, is het lastig om een sensorisch informatieverwerkingsprobleem te herkennen.

Sommige kinderen ervaren sensorische prikkels sterker en reageren er daardoor te heftig op (hyperresponsiviteit). Of er zijn kinderen die dezelfde sensorische prikkels juist minder sterk ervaren en er daardoor te weinig op reageren (hyporesponsiviteit). Het hyperresponsieve kind zal bepaalde bewegingsprikkels uit de weg gaan, omdat het bang is om zijn evenwicht te verliezen en de voorkeur geven aan zittend spel.
Het hyporesponsieve kind voelt de bewegingsprikkels onvoldoende. Hij zal bv. niet op tijd op de bewegingsprikkels reageren en vallen. Of het gaat juist op zoek naar veel (extreme) beweging, zit te wiebelen op zijn stoel en hangt graag ondersteboven in het klimrek, zodat het toch nog bewegingsprikkels kan ervaren.
Stoornissen in de prikkelverwerking en alertheid maken het moeilijk om de wereld goed te begrijpen en belangrijke informatie uit de omgeving te filteren. Het kan leiden tot problemen bij het ontwikkelen van een goed lichaamsgevoel, handelingsinzicht en ruimtelijke oriëntatie. Bij een slecht lichaamsgevoel kan het kind veel moeite hebben om nieuwe motorische vaardigheden aan te leren en te automatiseren.

Omdat er veel verschillende zintuigen zijn, die bij iedereen anders werken, is het lastig om een sensorisch informatieverwerkingsprobleem te herkennen.

Wat doet Kinderoefentherapie bij een sensorisch informatieverwerkingsprobleem?
De hulpvraag van het kind en zijn omgeving (ouders, school) staat centraal in de behandeling en is altijd in nauw overleg met degenen die bij de hulpvraag betrokken zijn. Na een uitgebreid sensomotorische informatieverwerkingsonderzoek wordt bekeken of er sprake is van een disbalans in de verwerking van de zintuiglijke informatie.
De behandeling is erop gericht de motorische ontwikkelingsmogelijkheden van een kind te vergroten zodat het kind beter functioneert in zijn omgeving. De behandeling is spel voor het kind. Het kind moet het ook leuk vinden en zelf op ontdekking gaan. De therapeut zorgt ervoor dat het kind tijdens het spel de juiste sensorische informatie opdoet en kan verwerken, zodat het kind op een juiste manier kan reageren. Het doel is verandering te brengen in de manier waarop het zenuwstelsel van het kind de sensorische informatie organiseert, zodat het kind beter in staat is tot interactie met de wereld om hem heen. Interactie houdt in: leren op school, omgaan met leeftijdsgenoten, aandacht kunnen richten op een opdracht, zelfverzorging, motorische coördinatie etc.